Trudy van der Wulp; blokfluitles, fagotles en ensemble-les

Een leerlinge vertelt

Goed blazen is het eerste geheim van fluiten

Aan de blokfluit lag het niet. Hoewel hij de meest simpele lijkt van alle serieuze muziekinstrumenten, moet je er prachtige resultaten mee kunnen halen. Het Vierde Brandenburgse Concert van Bach is een overtuigend voorbeeld. Net als de blokfluitconcerten van Vivaldi of de werken met blokfluit van Telemann. Maar uit mijn fluit kwam alleen een reeks van tonen. Echt muziek wilde het maar niet worden. Totdat ik bij Trudy op les kwam. Daar leerde ik bijvoorbeeld dat niet alle noten even belangrijk zijn - en hoe je dat kunt laten horen. Soms zijn het maar hele subtiele dingetjes waarmee je dat doet, maar het effect kan fantastisch zijn. Ik leerde om spanning en reliëf aan te brengen in de tonenreeksen, en het gefluit werd geleidelijk muziek. In een pittige stijl, want Trudy laat niets over van het truttige imago dat een blokfluit heeft.

Niet dat het allemaal gemakkelijk gaat. De eerste les herinner ik me heel goed. We deden er een half uur over om één toon, de C, goed te laten klinken. Goed blazen is het eerste geheim van fluiten. Heel logisch natuurlijk, maar het blijkt toch moeilijk om elke toon, al dan niet belangrijk, goed te blazen. En om dat blazen in een moeilijk loopje vooral niet te onderbreken, want dan verdwijnt de muziek weer. We oefenden oude dansen waarvan de eenvoud bedriegt, want ook daar is nog heel wat uit te halen. Al snel kwamen ook ingewikkelder stukken aan bod, stukken waar ik vroeger op vastliep, maar waarvan ik nu meestal weet wat ik ermee wil.

En als je zo, al spelend, muziek beter leert begrijpen, dan wordt het luisteren ernaar ook boeiender.

Samen spelen: mooi!